de honderdjarige | ||
hij lijkt sinds kort te hallucineren, | ||
strekt zijn arm uit naar mensen die er niet zijn, |
||
roept hard : dag da-ag. | ||
zegt dringend: ik kan haar niet missen, | ||
weet bij navraag haar naam niet | ||
nee, niet zijn vrouw die gestorven is. | ||
een week voor zijn dood zegt hij met aandrang: | ||
geef mij een zoen. | ||
nee, geen vluchtige maar een stevige zoen | ||
op zijn wang. | ||
de honderdjarige 1 | ||
olieverf op linnen 50/55 cm | ||
2003 | ||